Akke akke tuutuut, weg zijn wij! Na twee jaar radiostilte op deze blog, is er eindelijk weer een nomadisch verhaal om te delen. Eerste hoofdstuk in het nieuwe avontuur: Polen.
Het zal niemand al te hard verbazen dat mijn reisblog de laatste jaren heel erg stil bleef. Wat een bezoek van zes weken aan België had moeten zijn, werd meer dan twee jaar een sluimerend bestaan. Een tijdelijke job hier, een tijdelijke job daar, een project om ons bezig te houden zus, een nieuw projectje zo en van de logeerkamer bij mijn ouders verhuisden we naar een stacaravan in de wei. Het plan om terug te keren naar Canada, werd uitgesteld, nog eens uitgesteld, nog maar eens uitgesteld en uiteindelijk afgeblazen. Je kan maar zo vaak op snooze drukken ’s morgens he.
Voor ik naar het in de inleiding verklapte Polen spring, een korte samenvatting van de stille jaren.
Covid times, covid measures
Sluimeren doorheen de pandemie
‘Sluimeren’ was het thema van onze covidjaren. We maakten dankbaar gebruik van de gastvrijheid en ruimte bij mijn ouders tijdens het smeden van een nieuw reisplan en bleven in de waan “zo lang gaat die pandemie niet duren he”. Dus bleven we aan het werk om ons reisbudget te spijzen. Tessa aanvaardde een mooie promotie bij haar werkgever BioBest en ik plakte tijdelijke projecten en interimopdrachten aan elkaar. Na een jaar van dit sluimerwerk, kregen alle bewoners ten huize Goris meer en meer de nood aan ons/hun eigen stekje. Het ouderlijk nest was al een tijdje kinderloos (bezoekende kleinkinders niet meegerekend) en ook voor ons als dertigers voelde het hoe langer hoe vreemder aan om bij (schoon)ouders in te trekken. Vermits noch ik, noch Tessa gebeten zijn door een honkvast bestaan, had het geen zin om een huisje of appartement te zoeken. Een afgedankte stacaravan en een stuk vrijstaande wei op de ouderlijke boerderij, werden – na wat opknapwerk – de ideale, tijdelijke oplossing.

Smeden en hersmeden
Ondertussen werd op een nieuw plan gedacht: we zouden in januari 2022 opnieuw vertrekken. Naar waar, dat viel nog te bezien. Ik aanvaardde dus een nieuw en tijdelijk project als Technical Writer bij Worldline via het management consultant bedrijf team2lead met de afspraak met beide bedrijven dat dit tot en met december ‘21 zou duren. Toen december naderde en Worldline en team2lead me vroegen nog een jaar extra te blijven, stond ik even in dubio. Tijdens de interimfuncties in de afgelopen twee jaar, voelde ik me niet geapprecieerd. De frustraties die daaruit voortkwamen, deden me geen moment overwegen om een zulk project te verlengen. Bij team2lead en Worldline echter, voelde ik me gesteund, werd mijn inbreng geapprecieerd en mijn ervaring en kunde gewaardeerd. Een jonge (ahum) Technical Writer als ik was met zijn gat in de boter gevallen. Maar wat met dat plan van vertrek in januari? Die boter bleef in een Belgisch vlootje liggen en wij hadden net een richting uitgestippeld om naar Spanje te vertrekken en van daaruit rond de Middellandse Zee te trekken? Een middenweg werd afgesproken: nog tot en met mei 2022 bleven Tessa en ik onze werkgevers bijstaan maar dan was het écht terug tijd voor het nomadenbestaan. En zo geschiedde.

Een Middellands avontuur
Naar Spanje vertrekken en van daaruit rond de Middellandse Zee. Zelfs al werd de vertrekdatum uitgesteld, dat plan bleef zowat in ons hoofd zitten. Slechts enkele weken voor vertrek werd onze aandacht gevestigd op een niet onbelangrijk detail: Spanje is warm, écht warm in de zomer, zeker nu er een hittegolf over heel Europa hangt. Wijzelf zijn daar al geen al te grote fan van, voor Vega is die temperatuur een absolute no go. Daarom gooiden we het plan om, of toch al zeker de richting: de Middellandse Zee bleef hangen maar dan met de klok mee.
Seg maar euh… wat met al die Europese parels die we – jeugdvakanties niet meegerekend – nog nooit voluit hebben bewonderd? Wat met Polen, Tsjechië, Slowakije, Roemenië, balkanlanden, … zo’n voor ons grotendeels onbekende oorden gaan we toch niet vluchtig doorkruisen?
Dus werd het Middellandse Zee idee een “langetermijnplan”. Op korte termijn begonnen we aan de hierboven beschreven lijst.
Hoofdstuk 1: De Ronde van Polen

Omdat we het avontuur graag met iets nieuwers willen starten dan onze reeds vaker bezochte buurlanden, doorkruisen we Duitsland in één rit om in Gryfino meteen aan Polen te beginnen. Al gauw valt ons op dat het aantal ooievaarsnesten met gemak het aantal kerkjes en kapelletjes evenaarde. In een zeer katholiek Polen wil dat heus al wat zeggen. Het spotten van deze nesten wordt onze Poolse versie van gele auto’s opmerken (maar dan zonder de bijhorende klets). Na vier weken klokken we af op 190 nesten waarvan Tessa het merendeel gespot heeft. Ik was als chauffeur natuurlijk te geconcentreerd op de weg. En het verkeer werkte tegen. En ik heb geen tijd voor stomme spelletjes. En euhm, kan niet goed tegen mijn verlies.
Gdansk, Masuria en Białowieza

Met een grote boog langs de Baltische kust, trekken we richting Gdansk. Deze stad heeft voor ons een mysterieuze aantrekking als “meest noordelijke punt van deze reis” maar het alsnog het beginpunt noemen, zou teniet doen aan de prachtige tussenstops. Met behulp van de app Park4Night zoeken we elke nacht een mooie staanplaats op. Door toedoen van de hittegolf die ook Polen in de ban hield, zorgen we ervoor dat dit steeds bij een riviertje of een van de talloze meertjes is. Talloos, zeker wel, want we waren reeds onder de indruk van de prachtige plassen nog voor iemand ons over het Masurian Lake District vertelde. En laat dat nu nét op de weg liggen naar het Białowieza National Park waar nog echte Europese bizons ronddwalen. Na een citytrip in Gdansk – met de noodzakelijke mopjes zoals “dat hebt gij goed Gdansk” – slalommen we dus tussen de Masuriaanse meertjes richting de beloofde bizons.

Het grootste stuk van dit Bialowieza nationaal park is helaas verboden terrein en streng bewaakt vanwege wat de Poolse overheid de migratiecrisis vanuit Wit-Rusland noemt. Wij dachten braaf binnen de toegelaten zones te blijven in onze zoektocht naar de bizons en geen heisa te veroorzaken. De jeep met grenswachters die ons plots de weg verspert en de uitgebreide controle van onze documenten en camper, tonen dat we die zones bij ongeluk toch uitgereden zijn. We zien die dag gelukkig geen cel maar wel mooi bizons in’t wild. Worth it.
Lublin en de Bieszczady Mountains
Aan een van deze meertjes leren we een vriendelijk Pools gezin kennen. De taalbarrière is ondergeschikt aan het enthousiasme: met de tienerdochter als tolk, wisselen we heen en weer toffe verhalen uit en worden we uitgenodigd voor koffie op de familieboerderij. Bij ons vertrek krijgen we nog de tip om het oude stadscentrum van Lublin zeker niet links te laten liggen op onze weg naar de Bieszczady mountains en bijgevolg doen we ook hier een kleine citytrip.

Bij het Bieszczady Nationaal Park toegekomen, komt een pijnlijke ontdekking in de vorm van een groot en duidelijk verbodsbord: geen honden toegelaten in het natuurgebied. Daar gaat ons plan om hier meerdere dagen van de uitzichten te genieten.
Gelukkig vormt de camping nog een uitzondering op dit verbod. Vega krijgt dus enkele uren een lange leiband aan en wordt de bewaking van de camper toevertrouwd, zodat Tessa en ik in ons typische tempo enkele toeristische routes aan elkaar knutselen. “Volgens de toeristische informatie zou het ons zes uur kosten, dus over vier uur zijn we terug bij Vega.” Handig toch he, een lief dat even competitief is ingesteld.

Wieliczka en Krakow: culturele stops

Al is het voornaamste doel van onze reis om natuurschoon te ontdekken dat nog niet te veel door menselijk toedoen is veranderd, toch kunnen we niet om enkele culturele uitstapjes heen. De Wieliczka zoutmijn ten zuiden van Krakau, is er zo eentje. Deze zoutmijn heeft maar liefst 300 kilometer aan gangen tot een diepte van 327 meter. In de mijn wordt nog steeds zout ontgonnen waardoor je als toerist maar een beperkt aantal gangen en ruimtes mag bezoeken. Die ruimtes zijn gelukkig niet alleen educatief bezaaid met oud ontginningsmateriaal, maar ook prachtig uitgedost met sculpturen en zelfs heuse kapellen die de mijnwerkers mettertijd creëerden – voor de leut of voor goddelijke bescherming – en zelfs lusters, allemaal gemaakt uit zoutsteen.

Ook de prachtige stad Krakau – zeker het historisch centrum – kan ons tot een bezoekje verleiden. Of toch daar waar Vega welkom is, want blijkbaar zou ze binnen de omwalling van het Wawel kasteel de natuur kunnen.. ah nee wacht… de bewoners? Hmm nee… Waarom mag ze zelfs niet op het binnenplein? Een van de vele mysteries van het kasteel.
De bergreeksen Beskid Wyspowy en Tatra
Een kleinere, minder gekende bergreeks in Polen is de Beskid Wyspowy of “Island Beskids”, een uitloper van de Karpaten. Ook hier levert Park4Night ons weer een prachtige parking om te overnachten, vlakbij de start van onze hike de dag nadien. Parking, jawel, want zolang er geen bordje de overnachting verbiedt, is wildkamperen in Polen toegestaan.

Toch stopt er plots een legergroene jeep, deze keer echter zonder de logo’s van grenswacht. Een norse man stapt uit en tiert dat het hier geen camping is. Maar meneer, zeggen wij verbaasd, er hangt toch geen bordje dat het niet mag? “Ik weet heus wel wat ik zeg”, brult hij en het klinkt haast als een dreigement dat we “meteen een andere plaats moeten zoeken” voor hij wegraast met gierende banden. ’t is echter niet omdat een buurtbewoner het niet voor vanlifers heeft, dat die iets illegaals doen. Met behulp van Google Translate vertalen we nog eens alle bordjes die bij de parking staan. Sommige lijken zelfs te impliceren dat kamperen toegestaan en welkom is, zolang je het rustig houdt en je vuilnis meeneemt. Wij blijven dus rustig staan en zien de groene auto nog tweemaal boos voorbij sjezen. Tijdens onze wandeling de dag nadien hopen we haast dat de bestuurder terugkomt met graffiti zodat onze camper ook aan de buitenkant een persoonlijke toets krijgt… maar helaas, nog steeds maagdelijk wit. En perfect legaal geparkeerd.
Ook in het Tatra Nationaal Park – of toch de Poolse kant – mag Vega niet mee op de paden. Gelukkig zijn we hier ondertussen mentaal en planmatig op voorbereid en organiseren we een soortgelijke dagtrip vanuit het bergstadje Zakopane. We kleven enkele toeristische paden aan elkaar tijdens de enige regenloze dag en bewaker Vega houdt de camping veilig.

Wrocław, Karpacz en de laatste dagen Polen









In Zakopane vertelt een Duitser ons vol trots over de vroegere Duitse stad Breslau. Het zou nu een van de mooiste Poolse steden zijn, zo zegt hij. In zijn verhaal komt iets boven met kabouters maar het is ons niet helemaal duidelijk wat, zo goed is ons Duits helaas niet. Karl is echter zo blij om nog eens uitgebreid Duits te praten dat hij dat niet lijkt te merken. Geïntrigeerd door zijn enthousiasme, en ontdekkend dat Breslau de Duitse naam voor Wrocław is, gaan we ook die stad nog een bezoekje brengen. Blijkt die stad boordevol – meer dan 400 exemplaren – te staan met koperen kaboutertjes die de gekste avonturen beleven. De stad bezoeken krijgt zo al meteen een ludieke toets: zoveel mogelijk van die schattigerds terugvinden.

Onderweg naar Karpacz stoppen we bij een park dat menige gekleurde zwavelmeertjes telt. De legende lijkt iets spectaculairder dan de werkelijkheid, maar het blijft een mooie wandeling.

Karpacz stond bij Tessa om drie redenen op de planning:
- De staafkerk die uit Noorwegen was overgebracht en UNESCO werelderfgoed is verklaard
- De nabijgelegen brouwerij met naar verluidt zeer goede Poolse biertjes.
- De toegang tot Tsjechië via het Reuzengebergte
We bezoeken deze drie redenen in diezelfde volgorde, sluiten Polen af en starten ons Tsjechisch hoofdstuk… Daarover meer bij een volgende Wifistop!


Tof geniet ervan, vorig jaar ook daar geweest met camper. Mooi land
LikeLike
Heel veel plezier op jullie trektochten!
Blijven schrijven en dan blijven wij meevolgen.
Laat zeker weten als jullie nog eens door Belgenlandje passeren.
LikeLike
Super leuk je weer te lezen.
Heb ik het goed gezien? Is Vega een grijs snoetje aan het krijgen?
Veel plezier on the road!
Sheila
Get Outlook for iOShttps://aka.ms/o0ukef ________________________________
LikeLike