Met een conservatief boeketje bloemen, een iets minder conservatieve ludieke boodschap op een groot stuk karton voor het gênante effect, een stevige krop in mijn keel en vooral twee stapschoenen naar welke alle moed gezakt is, wacht ik haar op in de luchthaven van Whitehorse, Yukon. “Bloemen?” zegt ze groggygejetlagd, “wat moet ik dààrmee?”